9 januari 2025
0 Reactie(s)

9 januari 2025

Werner Vogels (CTO van Amazom​.com): Tech-ontwikkelingen in 2025 en daarna (inclusief podcast)

We bevinden ons in een nieuw tijdperk dat wordt geken­merkt door grote maatschap­pe­lijke uitda­gingen en snelle techno­lo­gi­sche vooruit­gang. De inzet van techno­logie voor positieve doeleinden is zowel een ethische plicht als een activi­teit die de presta­ties van organi­sa­ties kan verbe­teren. Van innova­ties op het gebied van schone energie tot de ontwik­ke­ling van AI-tools in de strijd tegen desin­for­matie. De opkomst van zulke techno­lo­gieën veran­dert onze relatie met de digitale wereld. Tegelij­ker­tijd zijn burgers steeds vaker bereid om complexe vraag­stukken aan te pakken in plaats van zich uitslui­tend te focussen op indivi­duele belangen. In de komende jaren zal de inzet van nieuwe techno­logie voor het reali­seren van positieve maatschap­pe­lijke impact de manier waarop we denken over ‘succes’ herdefiniëren.

De werkne­mers van morgen worden niet alleen gedreven door finan­cieel succes en carrière maken, maar door een dieper verlangen om positieve veran­de­ring te onder­steunen. De organi­sa­ties en bedrijven die deze verschui­ving omarmen, zijn beter in staat op lange termijn succesvol te zijn.

Terwijl de wereld wordt gecon­fron­teerd met urgente uitda­gingen op het gebied van duurzaam­heid, sociale gelijk­heid, voedsel- en econo­mi­sche zeker­heid en verant­woord AI-gebruik, is een stille revolutie gaande op de arbeids­markt: een verschui­ving naar werk dat de mensheid ten goede komt. In alle sectoren en genera­ties is een verschui­ving zicht­baar in de waarden en voorkeuren van werkne­mers. Zo is een groeiend aantal mensen op zoek naar functies die hen in staat stellen een zinvolle impact te maken op de maatschappij en het milieu. Zo heeft onder­zoek aange­toond dat Millen­nials en Gen Z – nu de grootste segmenten van de wereld­wijde beroeps­be­vol­king – belang hechten aan het vinden van betekenis en een doel in hun werk. In onder­zoek van de Harvard Business School wordt zelfs gesteld dat afgestu­deerden bereid zijn om salaris op te offeren voor banen met een positieve maatschap­pe­lijke impact. Deze ontwik­ke­ling is overi­gens niet alleen van toepas­sing op jongere werkne­mers; onder­zoek toont aan dat werkne­mers uit alle leeftijds­groepen steeds meer zoeken naar arbeids­plaatsen met een positieve impact.

Werner Vogels

Op duurzaam­heid gerichte functies behoren tot de snelst groei­ende functie­ca­te­go­rieën in de Verenigde Staten en Europa. Uit de ranglijst van LinkedIn  ‘2024 Jobs on the Rise’ blijkt dat milieu, gezond­heid en veilig­heid vakge­bieden zijn die een explo­sieve groei doormaken. Het gaat hierbij niet alleen om werkzoe­kenden die zoeken naar zulke functies; de markt is ook een belang­rijke drijvende kracht achter deze ontwik­ke­ling. Neem bijvoor­beeld de verschui­ving naar hernieuw­bare energie die wordt gesti­mu­leerd door een combi­natie van dalende kosten van techno­logie, overheids­be­leid en een groei­ende behoefte aan schone energie­op­los­singen. Dat versterkt de overtui­ging dat ‘goed doen’ óók winst­ge­vend kan zijn.

Om deze reden integreren tradi­ti­o­nele beroepen steeds vaker duurzaam­heids­prin­cipes en sociale impact in hun functie­om­schrij­vingen. Zo ontstaan hybride functies die conven­ti­o­nele vaardig­heden combi­neren met exper­tise op het gebied van milieu en maatschappij. Bij Amazon heb ik een groeiend aantal engineers ontmoet die actief op zoek zijn naar projecten met maatschap­pe­lijke impact. Of het nu gaat om engineers die energie­zui­nige algoritmes voor datacen­ters ontwik­kelen, archi­tecten die CO2-neutrale gebouwen ontwerpen of finan­ciële profes­si­o­nals die gespe­ci­a­li­seerd zijn in duurzaam inves­teren: de grenzen tussen het bedrijfs­leven en de maatschappij vervagen. In verge­lij­king met vorige genera­ties, die zich vooral focusten op een grotere indivi­duele vrijheid en econo­mi­sche groei, hebben Millen­nials en Gen Z meer aandacht voor vraag­stukken als sociale ongelijk­heid, geeste­lijke gezond­heid en klimaat­ver­an­de­ring. Als ‘digital natives’ zijn zij zich ervan bewust dat zij hieraan een bijdrage kunnen leveren.


Podcast: Werner Vogels’ Tech Predic­tions for 2025 and Beyond

Om concur­re­rend te blijven, moeten bedrijven in alle sectoren hun strategie aanpassen om doelge­richt werkne­mers te werven en aan zich te binden. Dat betekent een grotere aandacht voor het creëren van functies met een positieve maatschap­pe­lijke impact, het integreren van duurzaam­heids­prin­cipes in bestaande functies en het integreren van ESG-principes in de bedrijfs­stra­tegie. Bedrijven die zinvol werk bieden en werkne­mers in staat stellen positieve veran­de­ring teweeg te brengen, zijn het beste in staat om nieuw talent aan te trekken. Boven­dien zijn zulke organi­sa­ties beter in staat om op langere termijn succesvol te zijn in een wereld waarin sociale en duurzame praktijken een integraal onder­deel zijn van hun presta­ties. Uitein­de­lijk wijst alles op een toekomst waarin het nastreven van een maatschap­pe­lijk doel net zo belang­rijk, zo niet belang­rijker wordt dan het nastreven van winst. De werkne­mers van morgen worden niet alleen gedreven door het bereiken van resul­taten, maar door een diepere behoefte om positieve veran­de­ringen teweeg te brengen. Organi­sa­ties die deze verschui­ving herkennen en benutten, zullen zich in de komende decennia in positieve zin onderscheiden.

Een nieuw tijdperk van energy efficiency als stimulans voor innovatie

De groei­ende vraag naar (hernieuw­bare) energie en duurzaam­heids­ver­eisten leidt tot een trans­for­matie in de manier waarop we energie opwekken, opslaan en verbruiken. De opkomst van kernenergie en de voort­gaande groei van hernieuw­bare energie leggen het funda­ment voor een toekomst waarin onze energie-infra­struc­tuur een kataly­sator voor innovatie is in plaats van een beperking.

Twee jaar geleden voorspelde ik een golf van innovatie in slimme energie­tech­no­lo­gieën, gericht op opslag, gedecen­tra­li­seerde netwerken en intel­li­gente gebruiks­sys­temen. Dit was een reactie op de wereld­wijde energie­crisis en de grote uitda­gingen die Covid met zich meebracht. Sinds­dien is het landschap drastisch veran­derd. De opkomst van genera­tieve AI, in combi­natie met een brede behoefte in verschil­lende sectoren – van trans­port tot productie – hebben de vraag naar energie aanzien­lijk doen toenemen. Deze ontwik­ke­lingen hebben de urgentie van robuuste en schaal­bare energie­op­los­singen vergroot.

In de afgelopen tien jaar zijn hernieuw­bare energie­bronnen, zoals wind- en zonne-energie, steeds schaal­baarder en betrouw­baarder geworden. Dat is een belang­rijke mijlpaal in de overgang naar een schonere energie­pro­ductie. Ze hebben een belang­rijke rol gespeeld bij het verkleinen van de wereld­wijde CO2-voetaf­druk en de decen­tra­li­satie van productie. In China is hernieuw­bare energie goed voor 37 procent van de totale energie­ca­pa­ci­teit en in 2028 zal hernieuw­bare energie naar verwach­ting 42 procent van de wereld­wijde energie­voor­zie­ning genereren. Ondanks deze snelle vooruit­gang en wijdver­spreide toepas­sing kunnen hernieuw­bare energie­bronnen alleen niet snel genoeg voldoen aan de groei­ende behoefte aan energie. Om deze kloof te overbruggen, hebben we een constante, modulaire aanvul­ling van verschil­lende energie­bronnen nodig.

Kernenergie is opnieuw in opkomst als veelbe­lo­vende oplos­sing. Het gaat niet om het terug­keren naar oude modellen, maar om het adopteren van geavan­ceerde techno­lo­gieën, zoals kleine modulaire reactoren (Small Modular Reactors, SMR’s). Deze reactoren zijn kleiner, flexi­beler en gemak­ke­lijker te onder­houden en te bedienen dan tradi­ti­o­nele kerncen­trales. Bedrijven als Amazon doen al aanzien­lijke inves­te­ringen op dit gebied. Bijvoor­beeld door een finan­cie­rings­ronde van 500 miljoen dollar te leiden in X‑Energy voor de ontwik­ke­ling van SMR’s en samen te werken met Energy North­west voor de ontwik­ke­ling van SMR’s in Washington. Dit wijst op een hernieuwd vertrouwen in het poten­tieel van kernenergie. Boven­dien kan de bouwtijd drastisch worden verkort door vooruit­gang in fabri­ca­ge­tech­no­lo­gieën, zoals het lassen met lokale elektro­nen­bun­dels. Dit brengt de tijd die nodig is voor het lassen van nucle­aire kwali­teit terug van een jaar naar ongeveer een dag. Innova­ties op het gebied van seismi­sche veilig­heid, zoals de activi­teiten van het Japanse Atomic Energy Agency, maken van kernenergie een veiliger optie in gebieden waar aardbe­vingen voorkomen. Wat daarnaast interes­sant is, is de mogelijk­heid die SMR’s bieden om bestaande locaties die al zijn aange­sloten op het elektri­ci­teitsnet, zoals ontman­telde kolen­cen­trales, van nieuwe energie te voorzien.

Het adres­seren van de uitda­gingen op het gebied van de energie­voor­zie­ning gaat echter verder dan alleen het opwekken van energie. Naarmate de vraag naar reken­kracht toeneemt – gedreven door de wijdver­breide toepas­sing van genera­tieve AI in verschil­lende sectoren – moeten we opnieuw nadenken over de manier waarop datacen­ters energie verbruiken. Op dit moment verbruiken datacen­ters in de VS maar liefst 4 procent van alle elektri­ci­teit; prognoses wijzen op een stijging van 9 procent in de komende vijf jaar. Wat nodig is, is dat we overscha­kelen van legacy-infra­struc­tuur naar hypers­cale datacen­ters die het energie­ver­bruik met bijna een kwart kunnen verlagen door een grotere effici­ency en schaal­voor­delen. De volgende stap is het ontwerpen van datacen­ters als flexi­bele centra die het verbruik kunnen aanpassen op basis van real time netwerk­be­hoeften. Dit optima­li­seert niet alleen het energie­ver­bruik, maar ook de stabi­li­teit en veerkracht van het elektriciteitsnet.

Voor deze omscha­ke­ling is meer nodig dan techno­lo­gi­sche innova­ties; er zijn goed opgeleide arbeids­krachten nodig: van nucle­aire engineers tot deskun­digen op het gebied van netbe­heer en materi­aal­we­ten­schap­pers. Inves­teren in onder­wijs, oplei­ding en omscholingsprogramma’s is daarom cruciaal. Dit zal resul­teren in het creëren van goedbe­taalde, hoogge­kwa­li­fi­ceerde banen en innovatie in verschil­lende sectoren stimu­leren. Dat zal de weg vrijmaken naar een tijdperk waarin we niet langer beperkt worden door onze energie­be­hoefte. Schone energie, onder­steund door techno­lo­gi­sche innova­ties en geschoolde arbeids­krachten, zal een nieuw tijdperk van innovatie inluiden, een nieuwe definitie geven van wat mogelijk is en ons naar een duurzame, schone energie­toe­komst brengen.

Technologie laat de weegschaal doorslaan naar waarheidsvinding

Nu desin­for­matie zich steeds sneller verspreidt, zullen er nieuwe AI-tools komen die journa­listen, onder­zoe­kers en burgers in staat stellen om de waarheid te achter­halen. Deze techno­lo­gi­sche revolutie zal onder­zoeks­ca­pa­ci­teiten democra­ti­seren, het contro­leren van feiten versnellen en een begin maken met het dichten van de kloof tussen het verspreiden van desin­for­matie en het ontkrachten ervan.

We zijn in een hoog tempo overge­scha­keld van decennia met langdu­rige nieuw­s­cycli naar een constante stroom van nieuw­sup­dates die via één muisklik worden gedeeld. Social media zijn een primaire bron voor het razend­snel verspreiden en consu­meren van nieuws en het was nog nooit zo complex om onder­scheid te maken tussen wat waar en onwaar is. Dit heeft het vertrouwen in tradi­ti­o­nele media en nieuws­bronnen aange­tast. De gevolgen zijn ingrij­pend; een groot deel van de bevol­king heeft moeite om echte infor­matie te herkennen (52 procent), wat leidt tot veel scepsis en tot het delen van onjuiste infor­matie. Techno­logie heeft deze crisis aange­wak­kerd, maar kan óók ook de sleutel zijn tot de oplossing.

In de afgelopen tien jaar heeft Open Source Intel­li­gence (OSINT) zich ontwik­keld als een cruciaal hulpmiddel bij het ontra­felen van complexe onder­zoeken en het bloot­leggen van waarheden die verborgen liggen onder lagen van mislei­ding. Organi­sa­ties als Bellingcat en ProPu­blica hebben openbare gegevens, zoals geolo­ca­ties, chrono­lo­catie en IP-adressen, gebruikt voor het aantonen van mensen­rech­ten­schen­dingen en voor onder­zoek tijdens inter­na­ti­o­nale conflicten. Grote nieuws­re­dac­ties in alle delen van wereld, zoals de BBC, Der Spiegel en de New York Times, hebben OSINT-metho­do­lo­gieën gebruikt om feiten te contro­leren, onder­zoeken en valideren (en soms hebben ze hun tools open source gemaakt). Dit proces verloopt echter handmatig en is arbeids­in­ten­sief. Zo kan het weken of maanden (soms jaren) duren voordat dit tot resul­taten leidt. Daaren­tegen kunnen kwaad­wil­lenden die desin­for­matie verspreiden dit met één enkele tweet of via gemani­pu­leerde afbeel­dingen of video’s doen. Zo ontstaat een enorme disba­lans in het infor­matie-ecosys­teem. Dit onder­streept de behoefte aan betrouw­bare tools om desin­for­matie te bestrijden.

We staan aan de vooravond van een beweging die tools in de handen van consu­menten legt waardoor de machts­dy­na­miek funda­men­teel veran­dert. Innova­ties, zoals de TrustNet browser­ex­tensie, bieden de belofte van real-time, crowds­ourced fact checking voor webcon­tent. GeoSpy haalt gegevens uit foto’s en verge­lijkt kenmerken snel met geogra­fi­sche regio’s, landen en steden. Ook zijn genera­tieve AI-systemen in opkomst die nieuws­be­richten aanvullen met relevante weten­schap­pe­lijke kennis, zoals Proem. Dit zijn belang­rijk hulpmid­delen om beweringen te valideren en de versprei­ding van onjuist­heden (zowel per ongeluk als opzet­te­lijk) tegen te gaan. De inves­te­ringen in deze sector nemen toe, met dit jaar ruim 250 miljoen dollar aan finan­cie­ring voor startups die oplos­singen ontwik­kelen voor zulke urgente vraag­stukken. Verwach­tingen in de markt wijzen erop dat de OSINT-industrie in de komende tien jaar een waarde van miljarden dollars kan vertegenwoordigen.

In de komende jaren wordt een verschui­ving verwacht in de richting van waarheids­vin­ding. Deze ontwik­ke­ling en de democra­ti­se­ring van nieuwe tools kan uitein­de­lijk leiden een gelijk­waardig speel­veld, waardoor accurate infor­matie net zo snel kan stromen als desin­for­matie. Deze overgang kan niet alleen het vertrouwen in tradi­ti­o­nele nieuws­bronnen herstellen, maar ook de kwali­teit van het discours op digitale platforms te verbe­teren. Dat zal ten goede komen aan consu­menten, de kans op reputa­tie­schade van bedrijven verkleinen en overheden en organi­sa­ties helpen die streven naar een goed geïnfor­meerde bevolking.

Als techno­logen hebben we een cruciale verant­woor­de­lijk­heid in deze trans­for­matie. Door te innoveren en tools te ontwik­kelen om desin­for­matie op te sporen en te ontmoe­digen, kunnen we het infor­ma­tie­land­schap opnieuw vormgeven. Zulke inspan­ningen zullen bijdragen aan een beter geïnfor­meerde samen­le­ving die weerbaar is tegen digitale mislei­ding. De weg voorwaarts is duide­lijk: gebruik techno­logie niet alleen om de wereld te verbinden, maar ook om de integri­teit van de infor­matie te beschermen.

Open data als driver voor gedecentraliseerde weerbaarheid tijdens calamiteiten

Veerkracht tijdens calami­teiten zal funda­men­teel veran­deren door de kracht van hyper-lokale, commu­nity sourced data. Deze verschui­ving zal calami­tei­ten­ma­na­ge­ment herde­fi­ni­ëren van een top-down, reactief model naar een model dat proac­tief, gedecen­tra­li­seerd en gemeen­schaps­ge­stuurd is.

Van Typhoon Alley tot bosbranden in Australië: de ernst en frequentie van natuur­rampen nemen toe. Bestaande rampbe­strij­dings­sys­temen worstelen dikwijls met gefrag­men­teerde of ontoe­gan­ke­lijke data, vooral in kwets­bare en geïso­leerde gemeen­schappen. Tijdens calami­teiten, zoals de orkaan Helene en Milton in het zuidoosten van de VS, zijn gebieden in het binnen­land zwaar getroffen. Kriti­sche locaties waren niet in kaart gebracht, omdat ze werden beschouwd als gebieden met een laag orkaan­ri­sico. Dit onder­streept het grote belang van actuele, betrouw­bare en toegan­ke­lijke data.

De kern van een effec­tieve weerbaar­heid tijdens calami­teiten wordt gevormd door data en het vermogen relevante gegevens te verza­melen en te gebruiken binnen een gestruc­tu­reerd kader. Hoewel top-down hulpver­le­ning voordelen heeft – zoals het mobili­seren van groot­scha­lige middelen – missen ze vaak de dynamiek die nodig is voor een snelle respons. Er is inmid­dels sprake van een verschui­ving naar gemeen­schaps­ge­richte platforms die burgers in staat stellen hun veilig­heid in eigen hand te nemen. Dankzij de beschik­baar­heid van mobiele telefoons zijn gemeen­schappen in staat om infor­matie ter plekke te verza­melen. Tijdens de overstro­mingen van 2022 in Lismore, Australië, gebruikten bewoners bijvoor­beeld social media en Google Sheets om reddings­ac­ties te coördi­neren, waardoor een geïmpro­vi­seerd data-ecosys­teem ontstond. Er komen steeds meer van zulke commu­nity-gebaseerde apps. Een voorbeeld zijn apps die worden gebruikt om bosbranden te volgen (zoals Watch Duty), waarmee bewoners real time omstan­dig­heden kunnen rappor­teren en de respon­kunnen sturen.

Deze inspan­ningen ontwik­kelen zich steeds meer tot gedecen­tra­li­seerde weerbaar­heids­sys­temen. De vooruit­gang op het gebied van edge compu­ting en satel­liet­ver­bin­dingen tijdens rampen maakt het mogelijk om data in real time vast te leggen te verwerken, zelfs onder de meest extreme omstan­dig­heden. Deze techno­lo­gi­sche evolutie draait niet alleen om snellere gegevens­uit­wis­se­ling, maar ook om het verschuiven van de machts­dy­na­miek, waarbij besluit­vor­ming dichterbij de zwaarst getrof­fenen wordt gebracht. Dit zorgt ervoor dat hulpver­le­ners en bewoners direct toegang hebben tot bruik­bare inzichten, zodat ze cruciale beslis­singen kunnen nemen zonder te wachten tot centrale systemen in werking treden.

Dit vereist een nauwe samen­wer­king tussen gemeen­schappen, lokale overheden en humani­taire organi­sa­ties. Het is één van de belang­rijkste redenen waarom ik de lance­ring van het Now Go Build CTO Fellowship heb aange­kon­digd. Zo voel ik een grote verant­woor­de­lijk­heid om organi­sa­ties en indivi­duen te begeleiden en onder­steunen die techno­logie gebruiken om sociale en ecolo­gi­sche uitda­gingen aan te pakken. Ons eerste cohort omvat het Humani­ta­rian OpenStreetMap Team (HOT) – dat wereld­wijd meer dan 500.000 vrijwil­li­gers mobili­seert om kwets­bare regio’s in kaart te brengen – en Help​.NGO, dat drones inzet en edge compu­ting uitvoert met behulp van AWS-diensten voor het real time in kaart brengen van rampge­bieden, waardoor lokale hulpver­le­ners beschikken over hoge-resolu­tie­beelden en real time gegevens als conven­ti­o­nele commu­ni­ca­tie­sys­temen uitvallen.

Door gegevens en de beslis­sings­be­voegd­heid in de handen van gemeen­schappen te leggen, verbe­teren we niet alleen de respons tijdens rampen, maar creëren we ook een netwerk van hubs voor calami­tei­ten­be­heer die onze paraat­heid verbe­teren. Uitein­de­lijk bouwen we aan een toekomst waarin techno­logie de veerkracht van mensen vergroot door een commu­nity-centrisch, data-forward model te omarmen, waardoor gemeen­schappen met vertrouwen en in autonomie door een steeds meer onvoor­spel­bare wereld kunnen navigeren.

Intention-driven consumer technologie krijgt vaste voet aan de grond

Er is een subtiele verschui­ving gaande die onze relatie met consu­men­ten­tech­no­logie herde­fi­ni­eert. Er komen steeds meer devices die mindful­ness, inten­ti­o­na­li­teit en bewust nadenken voorop­stellen boven vluch­tige prikkels. In 2025 en daarna zal techno­logie ons sterker maken in plaats van ons af te overspoelen met prikkels en daar zullen we beter van worden.

In een wereld waarin apparaten een verleng­stuk van onszelf zijn, is het vangen van aandacht een miljar­den­in­du­strie geworden. Elke swipe, kop of melding is zorgvuldig ontworpen om consu­menten te prikkelen. Dit heeft voor burgers geleid tot negatieve gevolgen, zoals angst, depressie en verwar­ring. Tussen 2009 en 2022 steeg het dagelijks gebruik van social media onder tieners explo­sief, van 50 naar 95 procent en verslech­terde de mentale gezond­heid onder jongeren. Bijna drie kwart van de docenten op middel­bare scholen in de VS beschouwt aflei­ding door de telefoon van leerlingen als een groot probleem. Uit het onder­zoek ‘Stress in America’ bleek dat jongeren die voort­du­rend op hun telefoon zitten gemid­deld hogere stress­ni­veaus ervaren. Daarnaast tonen interne documenten van TikTok aan dat gebrui­kers al na 35 minuten gebruik verslaafd kunnen raken. Deze zorgwek­kende ontwik­ke­lingen benadrukken de noodzaak om onze relatie met techno­logie opnieuw te evalu­eren en priori­teit te geven aan een bewuster gebruik.

Als antwoord op deze uitda­gingen ontstaat een beweging die zich richt op bewuste ontkop­pe­ling en bewuste techno­lo­gie­keuzes. Scholen over de hele wereld verbieden het gebruik van mobiele telefoons tijdens de les. Leraren melden een betere concen­tratie in de klas en minder gevallen van pesten. Deze ontkop­pe­ling wint ook aan popula­ri­teit onder volwas­senen. De Offline Club in Amsterdam, die begin 2023 is gelan­ceerd, biedt een toevluchts­oord uit de digitale wereld en trok in slechts enkele maanden meer dan 150.000 volgers. Deze initi­a­tieven duiden op een verschui­ving in hoe we denken over en gebruik­maken van techno­logie. Een voorbeeld is het schrijf­proces van documenten bij Amazon. Ongeacht je functie of leeftijd wordt bij ons van je verwacht dat als je een goed idee hebt, je dit op papier zet en een boeiend verhaal schrijft. Vervol­gens komen we samen, lezen we in stilte en maken we aante­ke­ningen en bespreken we het. Dit proces dwingt iedereen om aanwezig te zijn en zich te concen­treren op de taak die voor ons ligt. Nu we in ons dagelijkse leven steeds meer op techno­logie vertrouwen, kunnen we verwachten dat meer organi­sa­ties verge­lijk­bare strate­gieën gebruiken die priori­teit geven aan kritisch denken.

Gelukkig is er een nieuwe golf van devices op komst, die speciaal zijn ontworpen om bewust gebruik te stimu­leren en gebrui­kers aan te moedigen om in een staat van ‘flow’ te komen in plaats van hun aandacht af laten te leiden. e‑Readers, zoals de Kindle, moedigen hen bijvoor­beeld aan om zonder onder­bre­kingen door te lezen. Deze ontwik­ke­ling is op een steeds grotere schaal zicht­baar, met de opkomst van minima­lis­ti­sche telefoons die weinig meer bieden dan bel- en sms-functies, camera’s die de nadruk leggen op het maken van een foto en niet op delen en standa­lone muziekspe­lers die je van muziek laten genieten zonder een overvloed van berichten en notifi­ca­ties. Deze verschui­ving betekent niet dat we digitale connec­ti­vi­teit moeten opgeven, maar wel dat we ons ervan bewust moeten zijn hoe devices onze goede inten­ties kunnen vergroten in plaats van ons alleen distractie te bieden. Het gaat om het vinden van een goed evenwicht. Zelf wijd ik één middag per week bewust aan leren en schakel ik mijn telefoon en e‑mail uit om me volledig te concen­treren op het lezen van weten­schap­pe­lijke papers of het verkennen van nieuwe AWS-diensten. Ook van goed preste­rende leiding­ge­venden is bekend dat ze hun telefoon het eerste uur van de dag uitzetten om hun cogni­tieve kracht te vergroten. Dit is een praktijk die wordt onder­steund door Stanford Lifestyle Medicine-experts.

Deze praktijken komen overeen met het Neder­landse concept van ‘niksen’, ofwel doelge­richt niets doen. Voor Ameri­kanen komt medita­tief dagdromen hierbij het dichtst in de buurt. Zo’n benade­ring erkent dat het omarmen van eenvoud in de techno­logie ons in een steeds complexere wereld dichterbij onze kernwaarden brengt, wat goed is voor onze mentale gezond­heid. Met een terug­keer naar een bewust gebruik kunnen we onze relatie met techno­logie verbe­teren en zorgen dat het ons kracht geeft in plaats van ons af te leiden.

Robbert Hoeffnagel

Robbert Hoeffnagel

Editor en journalist @ Business Meets IT

0 Reactie(s)

16 weergaven

Gerelateerde berichten

Hoe realistisch is de EU’s InvestAI-initiatief?

Hoe realistisch is de EU’s InvestAI-initiatief?

SURF gaat Europese kwantumcomputer in Amsterdam hosten

SURF gaat Europese kwantumcomputer in Amsterdam hosten

0 Reactie(s)

0 reacties

Reacties gesloten

De reactiemogelijkheid is verlopen. (14 dagen)

Pin It on Pinterest

Share This